Wisselstroom is de stroom van elektrische lading die periodiek omkeert. Het begint bijvoorbeeld van nul, groeit naar een maximum, neemt af naar nul, keert terug, bereikt een maximum in de tegenovergestelde richting, keert terug naar de oorspronkelijke waarde en herhaalt deze cyclus voor onbepaalde tijd.
Het aantal keren dat deze stroom in één seconde van richting verandert, is gedefinieerd als de frequentie van de wisselstroom. 50Hz-frequentie betekent dat het in een seconde 50 keer van richting verandert. In Nederland is de frequentie van het elektriciteitsnet 50 Hz.
Wisselstroom is 50 Hz in Nederland
Het tijdsinterval tussen het bereiken van een bepaalde waarde op twee opeenvolgende cycli wordt de periode genoemd. Het aantal cycli of perioden per seconde is de frequentie. En de maximale waarde in beide richtingen is de amplitude van de wisselstroom. Lage frequenties, zoals 50 cycli per seconde (hertz), gebruikt men voor huishoudelijke en commerciële stroom. Maar afwisselende stromen van frequenties rond 100.000.000 cycli per seconde (100 megahertz) gebruik je in televisies.
En die van enkele duizenden megahertz gebruik je in radar of magnetron communicatie. Mobiele telefoons werken op frequenties van ongeveer 1.000 megahertz (1 gigahertz). In deze stroom bewegen de geladen deeltjes van nul naar maximale waarde in een richting en vallen naar nul en gaan nog een cyclus in de tegenovergestelde richting met dezelfde waarden (negatief). De waarden verwerkt door wisselstroom in beide richtingen zijn in alle gevallen gelijk.
Het heeft zowel grootte, richting en het varieert in overeenstemming met de tijd. AC zal in zowel positieve als negatieve richtingen stromen en is daarom bidirectioneel Wisselstroom heeft het duidelijke voordeel ten opzichte vangelijkstroom DC. Gelijkstroom is een constante stroom van elektrische lading in één richting. Dat het vermogen over grote afstanden overbrengt zonder groot verlies van energie aan weerstand.
Het uitgezonden vermogen is gelijk aan de stroom maal de spanning; het verloren vermogen is echter gelijk aan de weerstand maal het kwadraat van de stroom.
Van gelijkstroom naar wisselstroom
Het veranderen van spanningen was erg moeilijk met de eerste gelijkstroomnetten in de late 19e eeuw. Vanwege het vermogensverlies gebruikten deze netten lage spanningen om een hoge stroom te behouden en brachten dus alleen bruikbaar vermogen over korte afstanden. DC-stroomtransmissie werd al snel vervangen door AC-systemen die stroom overbrengen op zeer hoge spanningen.
Met dienovereenkomstig lage stroom en het gemakkelijk gebruik van transformatoren om de spanning te veranderen. Huidige systemen transporteren vermogen van generatoren met honderdduizenden volt. En gebruiken transformatoren om de spanning te verlagen tot 230 volt (zoals in een groot deel van de wereld). Of 120 volt (zoals in Noord-Amerika) voor individuele klanten. Apparaten die wisselstroom genereren, noem je alternatoren.
De wisselstroom kan men met veel methoden en met veel circuits generen. Een wisselstroomgenerator werkt door middel van het principe van de elektromagnetische inductie van Faraday, om mechanische energie (zoals rotatie) om te zetten in elektrische energie.