Een werkschakelaar is een lastscheider. Deze past men vaak toe in de buurt van een apparaat om veilig te werken. Werkschakelaars zie je bijvoorbeeld in de buurt van de omvormer van een zonnepaneel-installatie. Maar ook bij een airconditioning of warmtepomp. De werkschakelaar heeft vaak een mogelijkheid om mechanisch te vergrendelen.
Waardoor de monteur de werkschakelaar uit kan zetten, en deze met een slot kan vergrendelen. Hierdoor weet de monteur zeker dat niemand anders de installatie onverhoopt kan inschakelen. En hij veilig kan werken. In de elektrotechniek is een schakelaar een elektrische component die het geleidende pad in een elektrisch circuit verbindt of ontkoppelt. Het meest voorkomende type schakelaar is een elektromechanisch apparaat dat bestaat uit een of meer sets van beweegbare elektrische contacten.
Werkschakelaars hebben meerdere sets contacten
Schakelaars worden in veel verschillende configuraties gemaakt. Ze hebben vaak meerdere sets contacten. Deze zijn gekoppeld en vanuit dezelfde knop of actuator bediend. De contacten kunnen gelijktijdig, opeenvolgend of afwisselend werken. Een schakelaar kun je handmatig bedienen. Voorbeelden zijn een werkschakelaar, lichtschakelaar of een toetsenbordknop.
Maar kan ook functioneren als een detectie-element om de positie van een machinedeel, vloeistofniveau, druk of temperatuur te detecteren, zoals een thermostaat. Er bestaan vele gespecialiseerde vormen, zoals de tuimelschakelaar, werkschakelaar, draaischakelaar, kwikschakelaar, drukknopschakelaar, omkeerschakelaar, relais en stroomonderbreker.
De meest bekende vorm van schakelaar is een handmatig bediend elektromechanisch apparaat met een of meer sets elektrische contacten, die zijn aangesloten op externe circuits. Elke set contacten kan in een van twee toestanden zijn: ofwel "gesloten", ofwel "open". Het mechanisme dat de overgang tussen deze twee toestanden activeert (open of gesloten) is meestal een "aan-uit actie": zet de schakelaar voor continu "aan" of "uit". Of een "kortstondig actie": druk op voor "aan" en laat los voor "uit".
Een werkschakelaar bedien je direct
De mens kan direct een schakelaar bedienen , zoals een werkschakelaar of computertoetsenbordknop. Maar ook om de stroomtoevoer in een circuit, zoals een lichtschakelaar, te regelen. Automatisch bediende schakelaars gebruikt men bijvoorbeeld om de bewegingen van machines te regelen. Een voorbeeld is een schakelaar om aan te geven dat een garagedeur zijn volledig open positie heeft bereikt.
Of dat een werktuigmachine zich in een positie bevindt om een ander werkstuk te accepteren. Schakelaars in het algemeen bedien je ook door procesvariabelen zoals druk, temperatuur, flow, stroom, spanning en kracht. Die als sensoren in een proces werken en een systeem automatisch regelen. Een thermostaat is bijvoorbeeld een temperatuurgestuurde schakelaar die je gebruikt om een verwarmingsproces te regelen.
Een schakelaar die is bediend door een ander elektrisch circuit wordt een relais genoemd. Grote schakelaars kun je ook op afstand bedienen door een motoraandrijfmechanisme te gebruiken. De werkschakelaar daarentegen gebruik je om elektrische stroom van een systeem te isoleren en bieden een zichtbaar isolatiepunt.
Men kan de schakelaar indien nodig (handmatig) vergrendelen om onbedoelde bediening van een machine tijdens onderhoud te voorkomen of om elektrische schokken te voorkomen. Een ideale schakelaar heeft geen spanningsval als deze gesloten is, en heeft geen limieten voor spanning of stroomsterkte. In de praktijk schieten schakelaars tekort bij dit ideaal. Dit komt door ruwheid en oxidefilms op de contacten. Hierdoor vertonen ze contactweerstand, en daardoor beperkingen van de stroom en spanning die ze aankunnen.