Een Aardlekschakelaar met installatieautomaten aansluiten in een groepenkast

Een aardlekschakelaar aansluiten met extra groepen in de groepenkast komt steeds vaker voor. In huishoudens gebruikt men steeds meer en meer elektrische apparaten. Denk bijvoorbeeld aan elektrische kooktoestellen of cookers. Door al deze apparatuur zijn extra groepen nodig in de groepenkast.

Heb jij groepenkast componenten nodig? Klik dan hier.

Volgens de laatste uitgave van de NEN1010 (NEN1010:2015) mag je in een woning maximaal 4 groepen achter één aardlekschakelaar monteren. Een fornuisgroep telt hierbij als één groep. Ondanks het feit dat een fornuisgroep twee gekoppelde installatieautomaten zijn, tel je dit toch als één groep.

Tip: maximaal 4 groepen achter een aardlekschakelaar aansluiten

Tot nog niet zo lang geleden installeerde men standaard een 1 fase groepenkast met een paar groepen. Bij een uitbreiding van je installatie moet je daarom al snel rekening houden met het plaatsen van extra componenten in de groepenkast.

In deze blog laten we je in een paar simpele stappen zien hoe je je groepenkast uitbreidt met één aardlekschakelaar en drie installatieautomaten:

  1. Bereid de werkzaamheden goed voor
  2. Bepaal de plaats van de aardlekschakelaar en automaten
  3. Monteer de componenten
  4. Ingebruikname van de installatie

Onze bestaande groepenkast heeft een hoofdschakelaar, twee aardlek en zes groepen. Uitbreiden met 3 groepen betekent dat je in totaal 9 automaten in je groepenkast krijgt. Je moet dus in totaal 3 aardlekschakelaars monteren omdat je volgens de NEN1010 maximaal 4 groepen achter één aardlek mag monteren.

 

Welke componenten hebben wij nodig voor de uitbreiding?

Hager UitbreidingSet

Om te beginnen heb je een 2-polige aardlekschakelaar van 40A en 30mA nodig. 2-polig duidt er op dat je de aardlek gebruikt voor 1-fase, je sluit de nul en één van de drie fasen aan. De 40A is de maximale stroom die door de aardlek mag lopen, en de 30mA is de aanspreekstroom. Indien de foutstroom hoger is dan 30mA gedurende een aantal milli-seconden dan schakelt de aardlek de achterliggende installatie uit.

Daarnaast heb je drie automaten van 16A met een B-karakteristiek nodig. De 16A betekent dat de automaat uitschakelt bij een overbelasting of kortsluitstroom hoger dan 16A. De B-karakteristiek is het meest gebruikt in Nederland en is de tijd waarbinnen de automaat aanspreekt. In woningen pas je vaak een C-karakteristiek toe bij bijvoorbeeld een airconditioning of warmtepomp.

Om de componenten aan te sluiten gebruiken wij in ons voorbeeld bedrading voor het aansluiten van de aardlekschakelaar en een kamrail voor het aansluiten van de automaten. De kamrail is in verschillende lengtes te verkrijgen. Wij gebruiken een kamrail geschikt voor één aardlek en 4 automaten.

Overigens kun je bij een aantal fabrikanten complete uitbreidingsets kopen, zoals bijvoorbeeld van Hager en hoef je de componenten niet los te bestellen. Je kunt de uitbreidingset van Hager hier bestellen: klik hier.

Wij breiden de groepenkast uit met de volgende materialen:

  • 1 x 40 ampère aardlekschakelaar (Aardlekbeveiliging)
  • 3 x 16 Ampère B-karakteristiek Installatieautomaten
  • 1 x Kamrail voor de aansluiting van minimaal 3 uitbreidingen
  • 2 x Bedrading voor Aardlekschakelaar

In 4 simpele stappen een aardlekschakelaar monteren met 3 automaten

In onderstaande video laten wij zien hoe je een Schneider groepenkast in 4 simpele stappen uitbreidt van 6 groepen naar 9 groepen.

1e stap: Bereid de werkzaamheden goed voor

Zorg dat je weet wat je doet. Werkzaamheden aan de elektrische installatie zijn gevaarlijk en moeten altijd gebeuren door terzake kundige personen. Bij enige twijfel schakel je altijd een professional in. Gebruik alleen materialen en gereedschap van A+ merken. Laat je niet verleiden door de goedkoopste prijs.

2e stap: Bepaal de plaats van de aardlekschakelaar en automaten

Bepaal van te voren waar je de componenten wilt plaatsen en welke materialen je daarvoor nodig hebt. Je kunt de werkzaamheden dan zonder onderbreking uitvoeren. Het is belangrijk om de werkplek niet alleen achter te laten omdat je hiermee voorkomt dat je een geopende groepenkast onbeheerd achter moet laten.

3e stap: Monteer de componenten

Schakel de hoofdschakelaar en alle andere componenten uit en controleer of de spanning er daadwerkelijk af is. Verwijder vervolgens het deksel. Monteer de bedrading op de juiste plaats en schroef deze “handvast” vast. Plaats de componenten op de DIN-rail en de groepen kun je dan aansluiten op een kamrail. Maakt het uit aan welke kant je de installatieautomaten of aardlekschakelaar aansluit? Voor de meeste merken maakt het in AC situatie niet uit, lees hier meer over.

Meten is weten!

Vervolgens sluit je de afgaande bekabeling aan en tenslotte trek je alle verbindingen na met een momentschroevendraaier. Alleen dan weet je of alle verbindingen goed zijn aangedraaid. Pas als je zeker weet dat de werkzaamheden goed zijn afgerond, monteer je het deksel nadat je de sleufafdichting op de plekken van de nieuwe componenten hebt verwijderd.

4e stap: Ingebruikname van de installatie

Waarschuw je medebewoners en schakel de hoofdschakelaar in en daarna één voor één de groepen. Meet elke groep met een daarvoor geschikte meter. Markeer de nieuwe componenten en werk de groepenverklaring bij. Ruim de meterkast netjes op en laat geen “rommel” achter.

Een goede voorbereiding is het halve werk

Zoals je wellicht hebt opgemerkt kost de voorbereiding en controle veel meer tijd dan de daadwerkelijke werkzaamheden. Ook hier geldt het gezegde: een goede voorbereiding is het halve werk. Om goed voorbereid te zijn dien je ook alle materialen op locatie te hebben. Kijk in ons assortiment voor alle producten die je nodig hebt voor jouw klus.  Klik hier.

Wij vinden het superleuk als je je reactie wilt achterlaten. Klik op de reactieknop onderaan deze pagina. Alvast bedankt.