Energiebelasting

Energiebelasting is een toeslag op fossiele brandstoffen zoals olie, steenkool en aardgas. Het doel van een energiebelasting is om bedrijven en consumenten een stimulans te geven om alternatieve energiebronnen te gebruiken. Maar ook om inkomsten te genereren voor de overheid om overheidsuitgaven voor schone en duurzame energieoplossingen te helpen financieren. Voorbeelden van alternatieve energiebronnen zijn zonne- en windenergie. Sommige milieuactivisten geloven dat energiebelastingen nodig zijn om de broeikasgasemissies te verminderen. Deze broeikassen warmen volgens die theorie de aarde op.

Energiebelasting kan onbedoelde gevolgen hebben

Tegenstanders van energiebelastingen waarschuwen voor hun onbedoelde gevolgen, zoals verhoogde prijzen van vrijwel alles. Hierdoor kan de hoeveelheid beschikbaar inkomen verminderen voor gezinnen en particulieren door de verhoging van het vastrecht en energietarieven voor bijvoorbeeld stroom.

CO2-belasting als Energiebelasting

Energiebelastingen kunnen in een aantal vormen bestaan. Bijvoorbeeld voorschriften die autofabrikanten verplichten de uitstoot van kooldioxide te verminderen tot toeslagen op elektriciteitsrekeningen. Een ander voorbeeld is een voorgestelde CO2-belasting die voorstanders hopen te implementeren op Europees- of landniveau, of beide. Een koolstofbelasting is een vergoeding die wordt betaald door bedrijven en industrieën die koolstofdioxide produceren door het verbranden van fossiele brandstoffen. Historisch gezien hebben de meeste landen die een energieheffing hebben geheven, zoals een CO2-belasting of een cap-and-trade-systeem, een overeenkomstige daling van de CO2-uitstoot gezien. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld is de uitstoot van koolstofdioxide sinds 1990 gestaag gedaald. In 2016 is de uitstoot in Nederland tot het laagste niveau sinds het laatste decennium van de 19e eeuw gedaald. Ierland, voorheen een van Europa's hoogste producenten van broeikasgassen per hoofd van de bevolking, met een niveau dat dat van Nederland benadert, heeft zijn uitstoot met meer dan 15 procent zien dalen sinds de invoering van een energiebelasting in 2008. Denemarken en Zweden, hebben beide een CO2-heffing ingevoerd in het begin van de jaren negentig. Hierna daalde de CO2-uitstoot met respectievelijk 25 en 20 procent. Sinds 2008, toen British Columbia een CO2-belasting invoerde, is het totale brandstofverbruik in het land met 16 procent gedaald.

Noorwegen als uitzondering op de regel

Een zeldzame uitzondering op de regel is Noorwegen. De uitstoot ervan nam zelfs toe nadat de CO2-belasting in 1991 was vastgesteld, voornamelijk vanwege de aanzienlijke groei van de olie- en gasgestuurde economie van het land. Australië heeft zijn energiebelastingwetgeving in 2014 ingetrokken, onder vermelding van economische beperkingen. Maar zag zijn uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk stijgen na zes opeenvolgende jaren van dalingen.

Er zijn voorstanders en tegenstanders van energiebelasting

Veel tegenstanders van een energiebelasting wijzen op de potentiële economische last van een dergelijk beleid. Een energiebelasting verhoogt doorgaans de prijzen van benzine en olie. Deze belasting drukt de winstmarges van bedrijven en het beschikbare inkomen van consumenten. Anderen denken dat een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van een energiebelasting niet significant genoeg is om de kosten te rechtvaardigen. Weer anderen beweren dat het verband tussen broeikasgassen en de opwarming van de aarde nog wetenschappelijk moet worden bewezen. En zij geloven dat een energiebelasting geen meetbaar effect zou hebben op de omstandigheden van het toekomstige klimaat.
Reactie plaatsen

Bezoek onze partner websites

Gewiss groepenkasten installatieautomaten aardlekschakelaars kopen

GewissElektro.nl

GroepenKast bestellen

123GroepenKast.nl