Welke onderverdeler heb ik nodig? | Advies voor groepenkast uitbreidingen

Welke onderverdeler moet ik gebruiken? Bij een kantoor aan huis, een schuur of een laadpunt op afstand komt deze vraag vaak voor.
Een onderverdeler is een slimme manier om je elektrische installatie overzichtelijk uit te breiden. In dit artikel lees je waar je op moet letten — van IP-waarde tot invoer, en van deur tot uitbreidingsruimte.


Wat is een onderverdeler en hoe werkt die?

Een onderverdeler is een extra groepenkast die gevoed wordt vanuit de hoofdverdeler in de meterkast.
Vanuit die hoofdverdeler loopt een voedingskabel naar de onderverdeler. Daar verdeel je het vermogen weer over nieuwe groepen / verbruikers — bijvoorbeeld voor verlichting, stopcontacten, zonnepanelen of krachtstroom.

Dit is handig bij:

  • een garage of schuur met meerdere eindgroepen;

  • een kantoor aan huis of een luxe serre;

  • of een woning waar een laadpaal of zonnepanelen bij moet komen.

Een onderverdeler houdt de installatie overzichtelijk en voorkomt de vele lange kabeltrajecten met te hoge belasting.

In plaats hier van gaat er 1 kabel naar de onderverdeler en wordt vanuit de onderverdeler overzichtelijk de stroom gedistribueerd.


Wat is het verschil tussen een hoofdverdeler en een onderverdeler?

De hoofdverdeler is de groepenkast die direct achter de meter zit. Hier komen de hoofdzekeringen binnen, samen met de hoofdschakelaar en aardlekbeveiliging.

Onderverdeler met Wartelinvoeren (DEUR IP65)
De onderverdeler daarentegen wordt gevoed vanuit de hoofdverdeler, via een installatieautomaat of aardlekautomaat die als beveiliging dient.

Belangrijk hierbij:

  • Zorg dat de zekering of automaat in de hoofdverdeler goed is afgestemd op de kabel naar de onderverdeler.

  • Kies een passende kabeldoorsnede (bijv. 5×4 mm² of 5×6 mm² YMVK(-AS) kabel, afhankelijk van afstand en belasting).

Zo blijft de installatie veilig en volgens NEN 1010-richtlijnen opgebouwd.

Opzoek naar kabel voor het aansluiten van jouw onderverdeler? Vind hier het volledige overzicht aan YMVK-AS kabels

Wil je een verdeler met buisinvoer of wartelinvoer?

Buisinvoer (VKG22S Hager)Een praktische keuze: hoe voer je de kabels of leidingen in de kast in?

  • Buisinvoer: geschikt voor vaste installaties binnen, bijvoorbeeld met PVC- of flexbuis.

  • Wartelinvoer: ideaal bij gebruik van kabels zoals YMvK-as of neopreen, en bij buitenopstellingen of werkplaatsen.

Controleer of er ruimte is voor de juiste wartels of invoerstukken — dat voorkomt geknutsel achteraf. Veelal zien we dat veel verdeelkasten (met deur) niet leverbaar zijn met standaard buisinvoer, dit is ivm het behoud van de isolatiewaarde, welke vaak gewaarborgd moet blijven bij verdelers met een deur. Een standaard buisinvoer van een groepenkast is absoluut niet waterdicht/spatwaterdicht.




Wil je een kast met deur of zonder deur?

De keuze voor een deur heeft zowel een praktische als esthetische kant.

  • Met deur: netter, beter beschermd eventueel tegen stof en aanraking, vaak een hogere IP-waarde.

  • Zonder deur: handig in technische ruimtes waar je regelmatig schakelt of meet.

In een zichtbare omgeving (garage, kantoor) oogt een dichte kast professioneler. In een technische ruimte is een open kast juist praktischer. Let wel op dat een dichte kast minder warmtedissipatie heeft, en dus moet er rekening worden gehouden met warmtehuishouding.

Lees meer over deze Gewiss Verdeelkasten, Klik op de afbeelding.

Welke IP-waarde heb je nodig?

De IP-waarde geeft aan hoe goed de verdeler beschermd is tegen stof en vocht.
Gebruik als richtlijn:

  • Binnen in droge ruimtes: IP30 of IP40.

  • Buiten of in vochtige ruimtes: IP54 of hoger.

Monteer je de kast buiten, plaats hem dan bij voorkeur onder een afdak. Dat verlengt de levensduur en voorkomt condensproblemen.

IP-waarde van de onderverdeler uitgelegd

De IP-waarde (Ingress Protection) geeft aan hoe goed een kast beschermd is tegen stof en vocht. Het eerste cijfer gaat over stofdichtheid, het tweede over waterdichtheid. Hieronder zie je wat de meest gebruikte waarden betekenen:

IP-waardeBescherming tegen stofBescherming tegen vochtToepassing
IP404 = beschermd tegen vaste voorwerpen groter dan 1 mm (zoals draad of insecten)0 = geen specifieke bescherming tegen vochtDroge binnenruimtes, zoals meterkasten, kantoren of woonruimtes
IP555 = stofbescherming, beperkte indringing mogelijk zonder werking te beïnvloeden5 = beschermd tegen waterstralen uit alle richtingenBuiten onder afdak, vochtige ruimtes, garages of werkplaatsen
IP656 = volledig stofdicht5 = beschermd tegen waterstralen (hogere waterdichtheid dan IP55)Buitenopstellingen zonder afdak, industriële of stoffige omgevingen


Moet de onderverdeler er goed en 'clean' uitzien of maakt dat niet uit?

In veel garages en technische ruimtes speelt uiterlijk toch een rol.
De ene kunststof kasten ogen strakker en zijn mooi afgewerkt met een deur, terwijl de andere robuuster zijn en beter tegen een stootje kunnen.

Er zijn verschillende kasten die een mooi strak uiterlijk hebben en die goed in een ruimte passen, vaak wel met een deur omdat de componenten het wat rommelig laten lijken. 

Opzoek naar een ledige onderverdeler? Zoek hier verder!
Ga naar onderverdelers

Hoeveel ruimte moet je vrijhouden voor toekomstige uitbreidingen?

Een veelgemaakte fout is een te kleine kast kiezen.
Vandaag heb je misschien vier groepen nodig, maar over een jaar komt er een laadpaal, warmtepomp of zonnepanelen bij.

Kies daarom een verdeler met voldoende reserveplaatsen op de DIN-rail. Een paar lege modules nu besparen later veel werk en kosten.
Zo blijft de installatie overzichtelijk en klaar voor toekomstige uitbreidingen.



Klik hier en vind jouw componenten.

Hoeveel module eenheden moet jouw verdeler zijn

Overzichtelijke filters op 123Groepenkast.nlIn de groepenkast wereld wordt er gecommuniceerd in 'module eenheden'. Exacte breedte van een module eenheid varieert per merk van 17,5mm tot 18mm breedte. Dit verschil is klein genoeg om alsnog in het algemeen te spreken over het aantal module eenheden.

Een standaard 1P+N installatieautomaat is voor elk merk eigenlijk 1 module eenheid. 

Standaard 2 Polige hoofdschakelaar is 1 eenheid per pool, dus een 4 polige is 4 module eenheden breed.  

Als je alles hebt opgeteld weet je hoeveel je minimaal nodig hebt om de verdeler in te delen, zoals in het onderdeel hierboven benoemd, hoe je vaak wat eenheden vrij voor de toekomstige uitbreidingen.


Checklist: de juiste onderverdeler kiezen

  • Voeding en beveiliging in de hoofdverdeler goed afgestemd
  • Invoermethode gekozen: buis of wartel
  • IP-waarde passend bij de omgeving
  • Kast met deur of slot indien gewenst
  • Ruimte voor toekomstige uitbreidingen

Veelgestelde vragen over onderverdelers

Wat is het verschil tussen een hoofdverdeler en onderverdeler?
De hoofdverdeler ontvangt voeding van de netbeheerder, de onderverdeler wordt daarvan afgetakt en verdeelt lokaal verder.

Kan ik een onderverdeler aansluiten op een 3-fase aansluiting?
Ja, dat is gebruikelijk. Zorg dat zowel kabeldoorsnede als beveiliging daarop afgestemd zijn.

Welke kabel gebruik ik tussen hoofdverdeler en onderverdeler?
Meestal YMvK(-as) 5×4 mm² of 5×6 mm², afhankelijk van afstand, belasting en beveiliging.

Samenvatting

Een goede onderverdeler kies je op basis van omgeving, invoer, bescherming en uitbreidbaarheid.
Let op de juiste IP-waarde, voldoende ruimte en een nette afwerking. Zo blijft de installatie veilig, overzichtelijk en toekomstbestendig.