Centrale verwarming

Een centraal verwarmingssysteem biedt warmte aan meerdere ruimtes van een gebouw (of een deel van een gebouw). Dit verwarmingssysteem kort men vaak af tot CV-installatie. Een centrale verwarmingsinstallatie gebruikt men vaak in combinatie met andere systemen om het gebouwklimaat te regelen. Het systeem noemt men dan vaak een HVAC-systeem.

Een HVAC-systeem gebruik je meestal in koude klimaten om een gebouw of een groep gebouwen te verwarmen. Maar in warmere klimaten zijn tegenwoordig ook de meeste moderne commerciële gebouwen voorzien van een vorm van centrale verwarming.

Er zijn veel verschillende soorten centrale verwarmingssystemen op de markt, waarvan de meeste bestaan uit een centrale ketel. Deze is eigenlijk een warmtegenerator omdat je het water niet "kookt". Daarnaast zijn pijpen nodig om het verwarmde water te verdelen, en warmtewisselaars of radiatoren om deze warmte naar de lucht te geleiden. In grote systemen verdeel je meestal stoom of heet water om de warmte te verdelen.

Elke centrale verwarmingsinstallatie heeft zijn eigen vereisten!

Er bestaat echter niet zoiets als een standaard centraal verwarmingssysteem. Elk project vereist dat je het systeem aanpast aan zijn eigen vereisten. Met geavanceerde bedieningselementen werkt een correct geprogrammeerd centraal verwarmingssysteem zelfstandig. Met een geoptimaliseerde CV-installatie is het mogelijk, dat het systeem in principe zichzelf zelfstandig bewaakt en automatisch aanpast aan het meest gunstige energieverbruik.

Vaak regel je de installatie doordat op elke radiator een radiatorkraan en een voetventiel is gemonteerd. Naast handmatig en thermostatisch zijn er tegenwoordig ook steeds meer "slimme" radiatorkranen.

Stadverwarming

De term "stadsverwarming" past men in het algemeen toe op systemen waarin je een groot aantal gebouwen voorziet van warm water of stoom uit centrale ketelruimten die zijn geëxploiteerd door bijvoorbeeld de nutsbedrijven. Tegenwoordig zie je dit vaak in combinatie met technieken voor het gebruik van aardwarmte.

Het belangrijkste verschil tussen centrale verwarming en lokale verwarming is dat bij centrale verwarming de warmteontwikkeling op één plaats plaatsvindt. De meest gebruikelijke methode om warmte te genereren betreft de verbranding van fossiele brandstof. De resulterende warmte wordt vervolgens verdeeld: meestal door geforceerde lucht door leidingen of door water dat door buizen circuleert. Maar ook door stoom die door buizen wordt gevoerd.

Warmtebronnen op zonne-energie om water te verwarmen

Steeds vaker maken gebouwen gebruik van warmtebronnen op zonne-energie, in welk geval het distributiesysteem gewoonlijk watercirculatie gebruikt. Hierbij gebruik je een pomp om het water te laten circuleren en voor een gelijke warmtetoevoer naar alle radiatoren te zorgen. In plaats van het gebruik van een boiler voer je het verwarmde water door een andere warmtewisselaar in een opslagcilinder. En hiermee verschaf je warm stromend water.

Geforceerde luchtsystemen sturen lucht door kanalen, die je bijvoorbeeld ook gebruikt voor airconditioning. De verwarmingselementen (radiatoren of ventilatieopeningen) bevinden zich ideaal in het koudste deel van de kamer, meestal naast de ramen.

Kortom. Een belangrijk kenmerk van een centraal verwarmingssysteem is dat het naar behoefte het hele interieur van een gebouw of delen van een gebouw verwarmt.

Reactie plaatsen

Bezoek onze partner websites

GWSelektro.nl

GroepenKast bestellen

123GroepenKast.nl