Een DIN-rail is een metalen rail van een standaardtype dat veel wordt gebruikt voor het monteren van installatieautomaten en industriële regelapparatuur in regelkasten. De DIN-rails zijn soms gemaakt van kunststof. Maar zijn meestal gemaakt van koudgewalst koolstofstaal met een verzinkte of verchroomde, heldere oppervlakteafwerking. Hoewel ze metallisch zijn, zijn ze alleen bedoeld voor mechanische ondersteuning. En gebruikt men ze niet als een rail om elektrische stroom te geleiden. Alhoewel men de metalen rail wel als een aardaansluiting gebruikt.
De ingebouwde apparaten (vaak aangeduid als DIN-rail gemonteerde componenten) plaats je met een klemmechanisme op de DIN-rail. Standaardspecificaties zijn ook belangrijk met betrekking tot de grootte van de behuizing van het apparaat. De afmetingen vloeien hoofdzakelijk voort uit de specifieke vorm van de voorpanelen van groepen-verdelers en regelkasten. De breedte is volgens een standaard van 18 mm, de module-eenheid genoemd. De diepte van de behuizing moet minimaal 70 mm zijn. De voorkant heeft een hoogte van 45 mm (overeenkomend met de hoogte van de opening in het voorpaneel). Deze hoogte zijnde de eerste 26 mm in de diepterichting mag niet worden overschreden. De hoogte op de DIN-rail is max. 85 mm.
Vergrendeling op de DIN-rail
De componenten worden bevestigd door vergrendeling aan weerszijden van de DIN-rail, en een bepaalde klemkracht. Voor dit doel heeft het apparaat een speciale klemconstructie van 35 mm breed en ongeveer 6 mm diep. Aan de bovenkant waarvan de “lippen” ongeveer 3 mm uitsteken naar het midden van het kanaal om het “hoed”-profiel te omsluiten aan de rand van de “hoed”-rand.
De vaste constructie aan de ene zijde van het component, en de beweegbare constructie aan de andere kant van het component zijn ontwikkeld in de jaren 1960. Dit is ontwikkeld door een geprofileerde metalen schuif te bewegen tegen het hoedprofiel met een stalen spiraalveer. Maar tegenwoordig is dit meestal een veerkrachtig verschuifbaar plastic onderdeel.
Montage van componenten op de DIN-rail
Voor montage en demontage haak je het apparaat eerst vast aan een "hoedrand" met de vaste constructie. En vervolgens steek je het blad van een platte schroevendraaier in een opening in de beweegbare constructie. Het lipje trek je dan een stukje terug waardoor er ruimte ontstaat. Met een kleine draai rond de rand van de DIN-rail plaats je de basis van het kanaal ook op de andere zijde, en laat je het lipje los.
Het veerkrachtige lipje vergrendelt het component op de rail. Maar het apparaat kun je indien nodig een paar millimeter verplaatsen door op de zijkant te tikken of te drukken. Als een aantal componenten volledig tegen elkaar zijn gemonteerd kan er rondom minder luchtverplaatsing en koeling plaatsvinden. Het is dus belangrijk om hier tijdens het ontwerp en de montage rekening mee te houden.