2021: 4 Tips voor veilig werken met elektriciteit

Een ongeluk zit in een klein hoekje. Veel ongelukken met elektrische installaties gebeuren doordat er gewerkt wordt met materiaal van een slechte kwaliteit. Ongelukken ontstaan ook door een gebrek aan kennis over elektriciteit en alles wat daarbij komt kijken. Onder stroom staan lijkt iets onschuldigs maar kan grote gevolgen hebben. Brandwonden, botbreuken, coma en hartstilstand kunnen allen het gevolg zijn van ongelukken met elektriciteit. In deze blog geven we jou een aantal tips om ook in 2021 weer veilig te werken met elektriciteit.

Tip 1: De juiste kennis hebben

Als eigenaar van je woning en als installateur ben je verantwoordelijk voor de veiligheid van de elektrische installatie. Wanneer je aan de elektriciteit gaat werken is het daarom belangrijk dat je stil staat bij jouw eigen veiligheid, maar ook die van eventuele medebewoners. Ook bij de snelle en kleine klusjes is het belangrijk om secuur te werken. Je dient elektriciteit in alle gevallen zorgvuldig te benaderen. Houd je aan de voorschriften van de NEN 1010 en het Bouwbesluit. Start alleen met werken aan je elektrische installatie als je voldoende kennis hebt. Wij adviseren je om niet aan de elektra te sleutelen als je niet weet wat je aan het doen bent. Schakel dan hulp in van een professional.

Tip 2: Spanningsloos werken

Volgens de NEN 3140 is veilig werken aan een elektrische installatie alleen mogelijk wanneer deze volledig spanningsloos is. Dit betekent dat er tijdens het werken geen spanning staat op het deel waaraan je werkt. Ook het deel rondom je werkplek mag niet onder stroom staan. Je maakt je werkplek spanningsvrij door de hoofdschakelaar uit te zetten. Ook kun je door middel van een aardlekschakelaar of losse groep delen van de installatie uitschakelen. Je kan er ook voor kiezen om een werkschakelaar te gebruiken wanneer je bijvoorbeeld aan een machine werkt. Het is mogelijk om deze mechanisch of via een slot te vergrendelen. Hiermee voorkom je dat anderen per ongeluk de installatie waaraan jij werkt aanzetten. Om na te gaan of je in een volledig spanningsvrije omgeving te werk gaat, kun je meten of de installatie spanningsloos is.

Wil je meer weten over hoe je spanningsloosheid kunt meten? Ga dan naar deze blog.

Heb je nog elektrotechnisch gereedschap nodig? Kijk dan hier voor producten van meetapparatuur tot geïsoleerd momentgereedschap.

Tip 3: Betrouwbare verbindingen en lassen

Wanneer je aan het werk gaat met elektriciteitsdraden, is het belangrijk dat je deze goed met elkaar verbindt. Bij insteekverbindingen zorg je ervoor dat je de draad goed onder het klepje plaatst. Bij een schroefverbinding is het belangrijk om de schroefjes zo aan te draaien dat de draad niet los kan komen, maar ook niet te strak. Hiervoor gebruik je een momentschroevendraaier, hiermee draai je alle schroeven aan met het juiste aandraaimoment. Als draden slecht verbonden zijn, kan dit gevolgen hebben voor je veiligheid. Slechte verbindingen kunnen namelijk brand veroorzaken.

In de elektrische installatietechniek bedoelen we met ‘lassen’ het tot stand brengen van een elektrische verbinding. Kies bij het lassen voor de meest veilige optie om elektriciteit mee te geleiden. Er bestaat een keuze uit lasdoppen, lasklemmen en kroonsteentjes. Wanneer je een lasdop gebruikt, draai je het gestripte draad in elkaar. Vervolgens plaats je de lasdop over deze verbinding. Deze verbinding is betrouwbaar, maar foutgevoeliger dan een lasklem. Tegenwoordig gebruiken we de lasklem dan ook het meest. Onthoud dat de draden in een lasklem allemaal dezelfde kleur moeten hebben. De lasklem gebruiken we om elektradraden met elkaar mee te verbinden. Ook gebruiken we deze wanneer we een aftakking maken. De polen in een lasklem zijn intern met elkaar verbonden. Dit maakt het tot een veilige en makkelijke verbinding. Met een kroonsteen is het niet mogelijk om dit op een veilige manier te doen.

Kroonstenen worden vaak gebruikt om lampen aan te sluiten. De verbinding met een kroonsteen mag niet belast worden. Een lamp mag daarom niet hangen aan een draad die in een kroonsteen zit. Een lamp bestaat namelijk uit een soepele draad. Wanneer je een soepele draad in een kroonsteen klemt, kan de draad gaan rafelen. Een gerafelde draad kan leiden tot gevaarlijke situaties.

Tip 4: Voorkom overbelasting groepen

Alle apparaten in je woning hebben een bepaald vermogen. Wanneer jij de apparaten in je huis aansluit, bereken je of een groep dat vermogen aankan. Ga hierbij uit van het maximale vermogen van de apparaten. Zolang je meerdere apparaten op een groep aansluit maar deze nooit tegelijk aan hebt staan, is er niets aan de hand. Ga je over het maximale vermogen van de groep heen? Dan resulteert dit in het springen van de zekering of de stop van de groep.

Door de zekeringen kan maximaal 16 Ampère stroom lopen. Wanneer je deze vermenigvuldigt met de spanning, kun je het maximale vermogen berekenen:

16 Ampère x 230 Volt = 3680 Watt (kVA)

Toch is de vuistregel dat je maximaal 3500 Watt mag aansluiten op één groep. Omdat de netspanning in Nederland vaak rond 230 Volt ligt, heb je met deze vuistregel nog wat speling. Wanneer je alle vermogens van de apparaten die je wilt aansluiten optelt, kun je zien hoe zwaar je de groep belast. Ga je over de 3500 Watt heen, dan is de groep overbelast.

Andere groep nodig? Klik dan op deze link.

Tot slot

In deze blog hebben we je een aantal tips gegeven om veilig te werken met elektriciteit. Zorg er altijd voor dat je werkt in een spanningsloze omgeving. Je kan spanning namelijk niet zien of ruiken. Daarnaast is het belangrijk dat je voldoende kennis hebt wanneer je aan de slag gaat met elektriciteit. Kom je er niet uit? Trek dan aan de bel bij een expert. Onzorgvuldig werk kan op een later moment immers tot veel schade leiden.

Heb jij nog een tip die hier mist maar wel essentieel is? Klik op de reactieknop onderaan deze pagina.