Aardelektroden zijn metalen "staven" van goed geleidend materiaal, bijvoorbeeld verkoperd staal of verzinkt staal. De lengte is vaak 1,5 of 3 meter per elektrode. Het materiaal moet bestendig zijn tegen weersinvloeden en veroudering. De soortelijke weerstand of geleidbaarheid van de bodem ter plaatse is belangrijk om een goede "aarde" te krijgen.
Er zijn verschillende grondsoorten in Nederland. In het ene gebied is een lengte van 3 meter voldoende. In een ander gebied is een aardelektrode van tientallen meters noodzakelijk om een goede aarde te krijgen. Over het algemeen kun je zeggen dat in natte gebieden, zoals polders, het relatief gemakkelijk is om een goede aardwaarde te krijgen.
Dit in tegenstelling tot zandgronden waar het moeilijker is om een goede aarding te krijgen. Dus op zandgronden heb je een veel langere aardelektrode nodig om de gewenste lage waarde van de aarding te krijgen.
Selecteren van de aardelektrode
Aardelektroden worden vaak verticaal in de grond geslagen. Bij het selecteren van het juiste type elektrode moet de ontwerper van de installatie rekening houden met het type en de samenstelling van de grond. En tevens met eventuele externe invloeden die kunnen optreden, inclusief de effecten van het drogen of bevriezen van grond. Maar ook het risico van mechanische schade .
De belangrijkste functie van een aardelektrode is de bescherming van personen. Het is van groot belang om elektrocutie te voorkomen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door aan aarde blootgestelde metalen onderdelen van elektrische apparatuur.
Waarbij zich een isolatiefout voordoet en door een indirecte aanraking personen in gevaar komen. De gevaren van elektrocutie zijn al decennia bekend. En daarom zijn normen voor aarding al lang geleden in de normen vastgelegd.
Standaardlengte van de aardelektrode
Een reeks standaardlengten van staven van verschillende diameters is beschikbaar, inclusief staven van koper, koper bekleed staal (gebonden staal met kern), roestvrij staal of gegalvaniseerd staal. Vanwege de soortelijke weerstand van de grond kan de betrouwbaarheid van de verbinding van de staaf met de algemene massa van de aarde aanzienlijk verschillen van locatie tot locatie.
Om te bevestigen dat de verbinding voldoende laag genoeg is om betrouwbaar te functioneren, vereist de norm dat de elektrodeweerstand tegen de aarde (RA) is gemeten en de gemeten waarde is vastgelegd. Gebruikelijke methoden die men gebruikt om de gewenste weerstandswaarde van een aardelektrode van het staaftype te verminderen zijn; verlenging van de lengte van de elektrode door het koppelen van extra staven.
Afhankelijk van de bodemweerstand kan het nuttig zijn om de lengte van de elektrode te vergroten. Op sommige locaties kan het verlengen van de aardelektrode niet alleen tijdrovend zijn, bijvoorbeeld vanwege de samenstelling van de ondergrond. Maar vereisen ook specialistische apparatuur.