Hoe bepaal je de maximale uitschakelstroom van een automaat??

Een veelvoorkomende vraag is: Wat is de uitschakelstroom van installatieautomaten? Het antwoord is eenvoudig: "de maximale uitschakelstroom is afhankelijk van het type automaat". Maar hoe bepaal je de maximale uitschakelstroom dan bij mes-zekeringen en D-patronen? In deze blog behandelen we zowel de installatieautomaten als de mes-zekeringen en D-patronen.

Maximale uitschakelstroom bij installatieautomaten

Er zijn verschillende types installatieautomaten. In Nederland is het type B (B-karakteristiek) de meest voorkomende automaat. Maar type B is minder geschikt om te gebruiken bij apparaten met een hoge inschakelstroom, zoals bijvoorbeeld airco's, warmtepompen en zaagtafels. In deze gevallen gebruik je over het algemeen een type C automaat met een C-karakteristiek.


Automaten met een B-karakteristiek of een C-karakteristiek komen het meeste voor


In specifieke gevallen kom je ook wel eens een automaat van bijvoorbeeld het type A of van het type D tegen. Maar in woningen zie je dit zelden. Onder andere omdat automaten elektronische componenten zijn is de uitschakelstroom van automaten vrij nauwkeurig te bepalen, en is bij elk type een veelvoud van de nominale stroom.


De uitschakelstromen van de meeste voorkomende automaten zijn:

  • Type A is 0-3x In
  • Type B is 3-5 x In
  • Type C is 5-10 x In
  • Type D is 10-20 x In

Om een idee te geven van de maximale uitschakelstroom, gaan we in dit rekenvoorbeeld uit van een nominale stroom (In) van 16A.

  • Type A is 3 x In = 3 x 16A = 48A
  • Type B is 5 x In = 5 x 16A = 80A
  • Type C is 10 x In = 10 x 16A = 160A
  • Type D is 20 x In = 20 x 16A = 320A

Voor de volledigheid hieronder nog de maximale uitschakelstromen van automaten met andere karakteristieken. Deze komen voornamelijk voor in de industrie.

  • Type G is 10 x In
  • Type K is 12-14 x In
  • Type L is 4,55-5,25 x In
  • Type U is 11,2 x In
  • Type Z is 3,6 x In

Weet je inmiddels al welke installatie automaat jij nodig hebt? Bekijk via deze link ons aanbod. ( LINK)

Uitschakelstromen van mes-zekeringen en D-patronen

Voor mes-zekeringen en D-patronen raadpleeg je de uitschakelgrafiek van de betreffende fabrikant voor toegepaste type voorbeveiliging. Hierbij volg je de "kromme" van het betreffende type. Afhankelijk van het stroomstelsel en het vermogen bepaal je de uitschakeltijd en je leest vervolgens af wat de maximale uitschakelstroom is.

De karakteristiek van smeltveiligheden begint vaak met de "kleine" letter g, gevolgd door één of twee letters.


Aan de hand van een voorbeeld gaan we de maximale uitschakelstroom van een 16A smeltveiligheid bepalen. Deze smeltveiligheid zie je nog regelmatig in oudere installaties. In Nederland komt een TT-stelsel het vaakst voor, vandaar dat we dit stelsel als uitgangspunt nemen. Volgens de NEN1010 is de maximale uitschakeltijd voor een eindcontactdoos in een TT stelsel 0,2 sec.


In de grafiek zoek je eerste de "kromme" op van de 16A smeltveiligheid. Bovenin zie je 16A bij In (A) staan. Vervolgens zoek je op de linkerschaal 0,2 sec op. Dit is de 2 boven de 10(-1). Je volgt de lijn naar rechts, totdat je de lijn van de 16A kruist. Op dit punt ga je naar de schaal beneden en kom je ongeveer uit op 110A. Dit is de maximale uitschakelstroom.


Bovenstaande manier is omslachtig, daarom gebruik je In de praktijk vaak een tabel. In de tabel voor gG patronen staan dan de meest voorkomende gG smeltveiligheden genoemd. In de tabel zie je dat bij een In van 16A en een uitschakeltijd van 0,2 sec de maximale uitschakelstroom 110,5A is. Dit komt overeen met de waarde uit de grafiek.


Wat gebeurt er als de kortsluitstroom te laag is voor de uitschakelstroom van de automaat?

Je kunt je voorstellen dat in een bepaalde situatie het niet mogelijk is om de uitschakeltijd van 0,2 seconden in een TT-stelsel te halen. Dit kan bijvoorbeeld omdat de circuit impedantie (aardweerstand) aan de afgaande zijde te hoog is, waardoor bij een kortsluiting de automaat of de smeltpatroon niet aanpreekt.

Wij leggen dit uit aan de hand van een voorbeeld. Stel dat de circuit weerstand 2 ohm is, dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij een dunne en/of lange kabel. Dan is de kortsluitstroom 230V/2Ohm = 115A. Een automaat met een 16A B-karakteristiek zal dan wel op tijd aanspreken, deze spreekt immers aan boven de 80A. Een 16A automaat met een C-karakteristiek zal dan waarschijnlijk niet aanpreken, deze spreekt pas aan tussen de 80A en 160A (5-10 x In). De kortsluiting schakelt dan niet af door de automaat. Dit is een ongewenste situatie.

In een andere blog gaan we dieper in op de kortsluitstroom. We bespreken dan zowel de kortsluitstroom aan de voedende zijde, als de kortsluitstroom aan de afgaande zijde.

Kortom. Aan het waarborgen van een veilige installatie, zitten best nog wel wat "haken en ogen". Kom je er niet uit, vraag dan altijd een professional.

Wij vinden het superleuk als je een reactie wilt achterlaten. Klik op de reactieknop onderaan deze pagina. Alvast bedankt.